Na het themajaar over 75 jaar wederopbouw duikt DIG IT UP in de geschiedenis van 75 jaar gay Rotterdam. De tentoonstelling bestaat uit ruim dertig foto’s van Rotterdamse lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders, interseksuelen, aseksuelen of zoekenden. ’75 Jaar gay Rotterdam’ is een ode aan alle gays die Rotterdam weer mede hebben opgebouwd. De geportretteerden hebben met hun werk bijgedragen aan de ontwikkeling van de stad en een gezicht gegeven aan de culturele en seksuele diversiteit. Lees hier de interviews.

Foto’s: Esther Erkelens (Des Esther’s Fotografie)

Interviews: Dik Vuik

Co Engberts

 “Ik ben opgegroeid in Hilversum. Ik wilde daar heel graag weg om de stap te kunnen zetten tot mijn coming-out. Ik wilde weg uit de structuur van mijn middelbare school. Ik koos eerst voor studeren in Leiden, waar ik het eerste jaar heb gedaan, maar ben naar Rotterdam gegaan. Dat vond ik geweldig, de échte grote stad. In het begin ging ik weinig uit en was ik helemaal niet met de gay scene bezig. Er waren een paar cafés waar je als gay naar toe kon, maar dat waren er niet veel en het waren bovendien gescheiden werelden. Nu is er veel meer kleur in de stad en loopt iedereen door elkaar heen. Dat is het leuke aan Rotterdam, vind ik. Alle politieke partijen hebben nu aandacht voor lhbt en iedereen vindt het wel normaal dat er homostellen zijn. Maar er zijn nog moeilijke punten, zoals het invullen van het ouderschap voor homostellen. Dan merk je dat daar toch emotie over is en dat mensen vaak blijven hangen aan het oude beeld van een gezin.”

Leroy Vaarnold

Leroy Vaarnold: “Ik ben Rotterdammer en studeer sociaalpedagogische hulpverlening. Daarnaast ben ik sinds 2014 vrijwilliger van The Hang-Out 010. Ik ben daar vanaf het begin bij betrokken en meldde me eerst aan als voorlichter. Sinds 2016 ben ik bestuurslid geworden, denk ik mee over evenementen en ben ik overal nauw bij betrokken. We begonnen met The Hang-Out 010 als een pilotproject, maar we bestaan nog steeds en worden steeds vaker door allerlei partijen benaderd. Daar mogen we trots op zijn. We hebben gesprekken met jongeren over hun problemen. Ik denk dat we bij jongeren veel impact hebben. We kunnen laten zien wat voor relatie je kunt hebben met een ander en met jezelf. Dat is voor ons misschien iets heel kleins, maar voor jongeren kan dat een grote betekenis hebben. Ik wil me later ook op jeugd richten en kan door mijn ervaringen bij The Hang-Out 010 in de toekomst een betere hulpverlener worden. Ik leer hier zelf ook van.”

Olympia Latupeirissa

“Ik ben geboren in Alphen aan den Rijn. Door de liefde ben ik in Rotterdam terecht gekomen. Dat was in 2011 en ik ben er ook gebleven. Ik voel me hier helemaal op mijn gemak en ben verliefd op de stad. Diversiteit aan mensen en gebouwen vind ik prachtig. Ik kan mij als kunstenaar goed uiten door de voeding die de stad mij geeft. Mijn opa stimuleerde mij altijd te schrijven en doe dit al sinds mijn kindertijd. Dichten is altijd mijn basis geweest, maar ik ben ook bezig een gendershow neer te zetten, een theaterstuk te maken, dichtbundels uit te brengen en nog veel meer.”

Joop Keesmaat

“Ik heb in Rotterdam HBS-A gedaan en daarna de toneelschool in Arnhem. Aan de Heemraadsingel heb ik nog een opleiding ballet gevolgd. Dat was in het begin een beetje eng, ik was de enige jongen in de groep en nam mijn zus dan maar mee. Zij is daarna danseres geworden. Uiteindelijk ben ik acteur geworden. Ik ben lang de stad uit geweest, onder meer twintig jaar in Eindhoven. In 1991 ging ik bij het Ro Theater werken en verhuisde ik terug naar Rotterdam. Ik woon samen met een Indonesische man en heb er nooit spijt van gehad dat ik terug ben gekomen. Ik vind Rotterdam fantastisch. Ik doe nog steeds voordrachten en als er iets interessants is werk ik mee. Zo ga ik in december meewerken aan een opera. Ik heb als gay geen onaangename ervaringen in de stad. Het gaat altijd op en neer met tolerantie, maar er is een positieve ontwikkeling. Ik ben er niet somber over, we mogen in Nederland onze handen dichtknijpen.”

Glenn Lepelblad

“Ik ben in 1969 naar Nederland gekomen. Mijn zus woonde hier al, in Amsterdam. Ik volgde een studie boekhouding, maar vond Amsterdam eigenlijk te druk. Mijn vriend had een café aan de Nieuwe Binnenweg en na een half jaar ben ik met mijn zus naar Rotterdam verhuisd. Ik heb daarna heel lang in de horeca gewerkt, dat was mijn lust en mijn leven. Na veertig zijn mijn vriend en ik gestopt met de Cosmobar. Ik reis nu veel. Ik ben sociaal ingesteld en vind Rotterdam een prachtige stad met al die nationaliteiten. Mensen zijn hier relaxed. Na al die jaren ben ik nog steeds gelukkig in de liefde en ik heb goede familiebanden. Wat wil je nog meer?”

Hester Terpstra

Ik komt uit Friesland en ben ongeveer zeven jaar geleden naar Rotterdam verhuisd. Ik heb het hier erg naar mijn zin. Ik heb overal in de stad gewoond, in Overschie, in het centrum en nu woon ik op Zuid. De diversiteit van Rotterdam spreekt me aan. Er werken hier veel creatieve mensen en je merkt dat Rotterdam steeds populairder wordt.” “Na mijn studie communicatie heb ik veelal gewerkt als producent en projectleider voor sociale en culturele projecten. Met wat ik doe wil ik graag een positieve impact creëren en de wereld een stukje mooier maken. Sinds dit jaar ben ik zakelijk manager van Rotterdam Pride. We zijn een overkoepelende organisatie voor LHBTI+ evenementen uit de stad en organiseren zelf een aantal events: de Pride Walk, het Pride Festival op het Schouwburgplein en de Rotterdam Pride Seminar (samen met Idem Rotterdam) in het Nieuwe Instituut, met dit jaar als thema veiligheid. Rotterdam Pride droomt van een inclusieve stad waar iedereen zich veilig mag voelen, ongeacht seksuele geaardheid, gender of culturele achtergrond.” “Ik vind het prettig werken in Rotterdam, je kunt op mensen aan: de ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit. Dat nuchtere van Rotterdammers komt wel overeen met Friezen.”

Theo Kemperman

“Ik komt uit West-Brabant en ben als evolutiebioloog gepromoveerd in Leiden. Ik heb daarna als directeur gewerkt in het Natuurmuseum in Zwolle en het Stripmuseum in Groningen. Sinds mijn studie woonde ik in Amsterdam en sinds kort woon ik in Rotterdam. Rotterdam is veel interessanter, spannender. De architectuur spreekt mij meer aan. Mijn echtgenoot komt oorspronkelijk uit Amerika en hij is ook blij dat we nu in deze stad wonen.” “Ik ben sinds 2015 directeur van de Bibliotheek en ben er trots op dat we de Bibliotheek terug hebben in het hart van de mensen. We breiden weer uit. De nieuwe locaties zijn geen paleizen, maar plekken die maatwerk bieden. Plekken met minder ruimte, maar wel ruimte voor ontmoeting en ontspanning. Niet iedereen heeft een wieg gehad in een omgeving waarin lezen normaal is. Maar geletterdheid is een voorwaarde om mee te kunnen blijven doen, voor een goede baan en een goede toekomst. Ik vind het belangrijk dat we voor iedereen mogelijkheden bieden om zich te blijven ontwikkelen. Wij kunnen mensen daar bij helpen. Het is het oude verheffingsideaal, waarmee je steden volgens mij vitaler en weerbaarder kunt maken. En dat allemaal in de stad van Erasmus. Zijn gedachtengoed is actueler dan ooit. De Bibliotheek is wat dat betreft een ambassadeur van Erasmus.”

Roelof Eleveld

 “Ik ben een geboren Drent en werk sinds 1995 in Rotterdam. Sinds 2008 woon ik er ook. Het is een hele leuke stad om te wonen en werken. Je hoort er snel bij als je actief bent. Ik vind het heel boeiend om jonge mensen te ondersteunen en met ze mee te denken over hun kansen. Ik leg vaak verbindingen, zoals met ondernemers over stageplaatsen, en ik ondersteun onderzoeken zoals bijvoorbeeld de marketing voor een winkelstraat of het werkoffensief van het MKB. InHolland, de Hogeschool waar ik werk, wordt ook vaak bij deze ontwikkelingen betrokken. Ik vind het belangrijk dat je mensen activeert en laat deelnemen aan de maatschappij. Mensen staan in Rotterdam open voor nieuwe ideeën. Er is een positieve grondhouding en daardoor gebeurt er ook veel. Ik vind de stad steeds mooier worden, de stad ontwikkelt zich in een ontzettend hoog tempo. Het bevalt me hier goed.”

Geert Vermeegen

“Ik ben opgegroeid in Brabant en heb een theaterstudie aan de academie gevolgd. Sinds drie jaar woon ik in Rotterdam, waar ik vele theaterprojecten met kinderen en jongeren doe. Ik vind empowerment belangrijk, ze laten nadenken over hoe je naar je eigen talenten kunt kijken. Rotterdam is voor mij een stad in beweging en ook een stad die mij in beweging zette. Ik zie soms poëtische beelden op straat, waar ik dan iets mee doe met mijn theater. Die hele dagelijkse gebeurtenissen zijn mijn inspiratie. Ik vind ook dat dorpse van Rotterdam heerlijk. Dat je iemand op straat tegen komt die je kent. Ik zou echt niet weten wat ik ergens anders zou moeten doen.”

Bart-Joost van Rij

“Na een studie in de autobranche heb ik voor een administratieve richting gekozen en ben ik controller geworden. Ik heb nu een bureau in de financiele dienstverlening. Daarnaast heb ik in de deelraad van Rotterdam-Noord gezeten en ben ik drie jaar geleden lid van de gemeenteraad geworden voor Leefbaar Rotterdam. Ik kende Pim en ben vanaf de oprichting actief voor de partij. In 2014 had ik intussen zoveel ervaring opgedaan dat ik wist bij welke deur je iets moest regelen en heb ik me beschikbaar gesteld voor de gemeenteraad. Ik ben er trots op dat lbht-issues weer op de agenda staan. Ik ga niet aaiend door het leven en pik het niet als problemen niet worden opgelost. In de participatienota stond lhbt nota bene niet eens genoemd. Ik ben het aan mijn stand verplicht om me hiervoor in te zetten. Ik heb verleden jaar een ‘roze motie’ ingediend en ben bezig om werktrajecten op te zetten voor transgenders. Jongeren hebben hun coming-out steeds vroeger en daar moeten we iets voor doen. Er is een denktank opgericht en ik verwacht binnen enkele maanden een advies. Dat is uniek in Nederland, ik hoop dat andere steden het zullen overnemen.”

Aad Koster

“Ik ben vanaf de jaren zestig actief geweest in het jongerenwerk, onder meer bij trainingsactiviteiten bij het Katholiek Centrum voor Welzijnsbehartiging. In 1978 werd ik bestuurslid van jongerenvereniging Apollo. Die vereniging was in 1968 ontstaan, na de opheffing van het daarvoor nog bestaande wettelijke verbod op homoseksuele contacten met minderjarigen. Ik stuurde informatie over homofilie naar scholen en pastores. Ik benaderde op die manier ook bisschop Simonis en dat leidde tot een enorme rel. Het kwam er op neer dat je wel homofiel mocht zijn, maar dat homoseksueel gedrag niet werd geaccepteerd. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek. De bisschop sprak mij niet aan op mijn homoseksualiteit, maar wel op mijn rol bij het KCW. Hij ging verbieden dat kerken en scholen er aandacht aan zouden besteden. De deken was veel ruimhartiger en ook bisschop Ernst nam een genuanceerder standpunt in. In de wijken werkten veel verlichter denkende pastores, met wie ik jarenlang een goede band hield. Simonis werd later opgevolgd door bisschop Bär, van wie werd gezegd dat hij zelf homoseksueel was. Ik bleef nog lang actief bij trainingen en voorlichtingsactiviteiten, tot ik rond 1980 voor mijn werk bij een hoofdkantoor in Amsterdam kwam. Ik heb de kerk later de rug toegekeerd, Amnesty International is nu mijn kerk.”

Souad Boumedien

“Ik kom uit Groenlo en heb de politieacademie gevolgd. Ik was al politieagent toen ik in 2001 naar Rotterdam kwam. Ik wilde hier werken omdat de grotestadsproblematiek me interesseert. Ik heb eerst een jaar in Krimpen gewerkt, een vrij rustige gemeente, voor ik in Rotterdam begon. Daarna heb ik op Zuid gewerkt en later in Kralingen. Ik woon inmiddels niet meer in Rotterdam en ben voor mijn relatie verhuisd, maar heb hier heel fijn gewerkt, met leuke collega’s en in een uitdagende wijk. Ik heb er warme gevoelens aan over gehouden. Ik ben actief in verschillende netwerken en Joke Ellenkamp vroeg me of ik ambassadeur van de Rotterdam Pride wilde worden. Ik heb er veel berichtjes van mensen over gekregen en ben op uitnodiging in Madrid en Marokko geweest. Ik ga kijken wat ik hiermee kan doen en bereiken.”

Kees Vrijdag

“Ik ben geboren in het Sint Franciscus Gasthuis, toen dat nog aan de Schiekade stond. Ik ben na het Sint Franciscus College rechten gaan studeren aan de net geopende Erasmus Universiteit aan de Burgemeester Oudlaan. Daarna heb ik een jaar notariaat gedaan. Na een aantal functies in de cultuurwereld kwam ik via een vriend in 1979 bij het Openbaar Lichaam Rijnmond. Toen dat opging in de Provincie, ben ik in 1982 bij de Kamer van Koophandel gaan werken. Ik heb daar ‘alle hoeken van de kamer’ gezien. Het was een fantastische plek om te netwerken en veel mensen te leren kennen. Via mijn KvK-leermeester Hans Horsting werd ik bestuurlijk actief bij Roterodamum, Scapino, de Vlaggenparade enzovoorts. Ik leg graag verbindingen tussen bedrijven in de creatieve sector en overheden. In 2010 werd ik homo-ambassadeur voor de gemeente Rotterdam. ‘Diversiteit maakt je rijk’ en dat moet je vieren.

Rachel Vismale

“Ik ben zeven jaar geleden uit Suriname naar Nederland gekomen en woon inmiddels drie jaar samen met mijn vriendin in Rotterdam. Ik voel me hier heel erg vrij. Maar het is nog niet altijd vrij genoeg. Ik woon in Rotterdam-Noord en vind dat andere culturen mij moeten accepteren zoals ik ben. Dat gebeurt niet altijd.” “Mijn focus ligt nu op abstract expressionistische kunst en heb inmiddels twee exposities gehad. Onder meer in Showroom Mama op de Witte de Withstraat. Ik word regelmatig gevraagd voor live painting sessies en verkoop mijn werk uiteraard ook. Ik zit in mijn laatste jaar art & design op het Grafisch Lyceum en wil hierna autonome beeldende kunst gaan studeren op de Willem de Kooning Academie. Met de kunst wil ik mijn brood gaan verdienen en later met mijn vriendin een platform beginnen voor jonge kunstenaars en kinderen.”

Daina Calister

 “Ik ben geboren in Rotterdam-Noord en woon er nu weer. Ik vind dat oude, robuuste van de wijk bijzonder, het brengt me terug naar vroeger. Ik werk sinds 2013 bij Villa Zebra. Ik geef daar rondleidingen en leer kinderen spelenderwijs kennis maken met hedendaagse kunst. Daarnaast ga ik als kunstenaar zelf aan de slag door middel van workshops. Mijn droom is om een platform op te richten voor kinderen, die door middel van creativiteit hun innerlijke wereld leren onthullen. Het doel is om kinderen sterk, bewust en weerbaar te maken.”

Gleen Orlando

“Ik kom uit Venezuela en woon sinds 2003 in Rotterdam. Ik heb hier de bachelor dans bij Codarts afgerond. Rotterdam is een geweldige stad met al die verschillende mensen en nationaliteiten, echt iets bijzonders. Er is overal ruimte voor en er gebeurt van alles.” “Het dansen brengt me op plaatsen waar ik niet van had kunnen dromen. Ik treedt op voor kinderen wereldwijd, met dansgezelschap De Stilte in Breda. Bij kinderen weet je zo of ze iets leuk vinden, ze reageren heel direct. Het is prachtig om voor een groep kinderen op te treden en hun creativiteit te stimuleren. Ik organiseer ook projecten bij onze eigen organisatie CCFD aan de Mauritsweg. Daar wil ik artiesten uit verschillende disciplines zoals dansers, artiesten, schilders maar ook designers bij elkaar brengen om hun kunst aan elkaar te tonen.”

Bert Kuipers

Bert Kuipers werd geboren in De Bilt. Hij studeerde aanvankelijk architectuur in Delft, maar zwaaide na twee jaar om naar theologie. De nadruk in zijn studie lag op kerk- en kunstgeschiedenis, exegese en rabbijnse theologie. In 1980 werd hij predikant van de Pieterskerk in Breukelen. In 1987 verhuisde hij naar Purmerend om daar een sterk oecumenisch getinte gemeenschap te dienen. In oktober 1996 werd hij bevestigd als Laurenspastor in Rotterdam. De nadruk op zijn werk als Citypastor ligt in het slaan van bruggen tussen kerk, cultuur en samenleving. In zijn tijd als predikant van de Laurenskerk kwam het inmiddels landelijk bekend geworden project Kerkennacht tot stand. Maar ook vieringen in museum Boijmans van Beuningen, de uitbouw van het Coventryberaad Nederland, het Netwerk Citykerken Nederland, bijzondere diaconale dagen rond de figuur van Laurentius en experimentele vieringen.

Jan de Klerk

Ik kom oorspronkelijk uit Zeeland. Als kind wilde ik al werken in de gezondheidszorg en ik heb HBO-V in Dordrecht gestudeerd. Met vrienden ging ik ook uit in Rotterdam. Bij Kings and Queens vroeg ik in die tijd of ik eens dj mocht zijn. Uiteindelijk werd ik zo dj in de Keerweer, wat ik nu al twintig jaar doe. Door mijn werk in Dordrecht en voor de Keerweer heb ik een druk en onregelmatig leven, maar het is wel heel leuk. Als dj speel ik allerlei muziek, van Nederlandstalig tot house. Ik wil mensen graag een plezierige avond bezorgen en weet na al die jaren van veel bezoekers wat ze leuk vinden. Mijn eigen idool is Madonna en daarvoor Abba. De mensen respecteren me en vinden dat ik een beetje het gezicht van de Keerweer ben. Daar ben ik best trots op. Ik wil dit blijven doen zo lang ik het lichamelijk volhou. Rotterdam is een heerlijke stad met een heel divers publiek.”

Erwin Delano

“Ik ben geboren op Curaçao en heb oorspronkelijk theaterwetenschappen gestudeerd in de VS. Mijn hoofdvak was dans en bij optredens werd er van je verwacht dat je zelf je make-up aanbracht. Op mijn achttiende ben ik terug gekomen. Hoewel ik al sinds 1985 met make-up bezig ben, durf ik mezelf pas sinds 2003 visagist te noemen. Voor 2003 werkte ik in de telecomwereld, maar het ging daar niet goed en mijn salaris ging omlaag. Ik heb er toen voor gekozen om voor mezelf te gaan werken. Ik werk voor een internationaal make-up merk en doe af en toe choreografie, art direction, styling en make-up voor mijn dragoptredens die ik sinds 2003 doe. Ik ben steeds meer bezig met opleiden en mijn kennis doorgeven. Ik hou van nuchterheid. Rotterdammers hebben vaak zoiets van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. De wereld heeft ons al ontdekt, maar de Rotterdammers beseffen dat nog niet altijd. Ik zie Rotterdam als een metropool met dorpsgevoel. Het lijkt een beetje een bitchy minnares, die toch vurig blijkt te zijn.”

Riek Bakker

 “Ik heb een opleiding gevolgd in landschapsarchitectuur en stedenbouw. Ik werkte bij een bureau in Amsterdam al aan projecten in Rotterdam en werd in 1986 directeur van de dienst Stadsontwikkeling. De Stadsvisie die hier werd ontwikkeld was de basis voor een aantal projecten, zoals de ontwikkeling van de Kop van Zuid, de Beurstraverse en het Museumpark. Ik heb geweldige herinneringen aan het werk en mijn collega’s en ben hier ook komen wonen. We hadden de crisis van de jaren tachtig achter de rug en er kwam weer een gat in de markt om de stad te ontwikkelen. Er was een unieke bereidheid om nieuwe dingen te doen, ook bij de politiek. Ik woonde zelf in Rotterdam-Zuid en merkte dat de noordelijke helft van de stad er meer toe deed dan Zuid, terwijl een deel van Zuid eigenlijk klaar lag voor gebruik. Ik ben er trots op dat ik heb kunnen bijdragen aan een nieuwe strategie voor de stad. Ik woon tegenwoordig in de Krimpenerwaard, maar heb met mijn partner wel een appartement bij de Kop van Zuid gekocht. Als je over de stad uitkijkt, is het verschil met dertig jaar geleden echt ongelofelijk. In vind wel dat je er voor moet blijven zorgen dat er een verbinding met de mensen blijft, dat mensen zich er prettig voelen. Het gaat nu soms om de hoogste toren, alsof het een wedstrijd is. Dat vind ik wel jammer.”

Eddy Elsdijk

“Ik heb in mijn leven heel verschillende dingen gedaan, maar mijn eerste echte sollicitatie was bij de NRC in de Witte de Withstraat waar ik het archief bijhield. Dat archief bestond uit kaarten en leggers. Ik vond dat wel interessant en ging vaak van alles zitten lezen. Later ben ik in het theater gaan werken, onder meer in de Rotterdamse Schouwburg. Dat was een enerverend beroep. Ik wilde precies weten hoe het allemaal in elkaar stak. De podiumartiest Misty was mijn partner. Ik was zijn personal manager en hielp hem bij festivals, optredens in muziekcafés en dergelijke. Hij gebruikte veel oude muziek, zoals uit de Weimar republiek, oude Franse chansons en oude jazz. Na zijn overlijden, in 2001, vroeg een componist me of ik een musical over Misty wilde schrijven. Dat heb ik gedaan. De musical, Misty’s Musical Memories, werd door schoolkinderen van het basis – en voortgezet onderwijs gespeeld. De kinderen kenden die muziek niet, maar kregen er wel belangstelling voor. Na een vol theater in Dordrecht wilden we de musical ook Rotterdam spelen, maar dat is tot nu toe niet gelukt. Misschien gaan we er nog iets mee doen. Na de musical heb ik meegeschreven aan een boek en ik correspondeer nog graag, bijvoorbeeld met historici.”

Marja van Katendrecht

“Ik ben natuurlijk geboren op Katendrecht. Die nieuwe brug daar is zelfs genoemd naar mijn vader, ik ben een bedrijfsongelukje… Negen jaar geleden werd ik gevraagd om burgemeesteres te worden van Camping Rotterdam. Daarna wilden ze me overal en ben ik nu elke vrijdagochtend te horen bij Radio Rijnmond. Ik zit zelf veel liever thuis. Maar ja, de mensen hebben me graag omdat ik zoveel warmte en genegenheid uitstraal. Ik vind nieuws heel belangrijk, én verworpenen der aarde zoals vluchtelingen. Ik ben het boegbeeld van de Coalitie Erbij in Rotterdam. Wist je dat maar liefst 49 procent van de bewoners van de regio Rijnmond worstelt met eenzaamheid? We moeten de barricaden op! Ik treed op als vrijwilligster en geef mensen dan tips over hoe ze dingen anders kunnen doen in hun leven. Ik zeg altijd: het leven is als een schaal met aardbeien. Je moet zelf de slagroom kloppen!”

Rob de Vries

 “Ik ben geboren in Rotterdam en heb de HBS op de ‘s-Gravendijkwal gevolgd. Na mijn diensttijd, waarin ik het tot officier bij de landmacht heb geschopt, heb ik kort een kantoorbaan gehad. Dat was niks voor mij, ik wilde toen al films maken. Ik ging werken bij Telesync, een filmbedrijf waar we eind jaren zestig opdrachtfilms maakten, onder meer over de Rotterdamse haven. Eén van de leukste dingen die ik toen beleefde was dat ik Joris Ivens heb ontmoet bij de filmpremière van ‘Toets’, een film gemaakt met restmateriaal van zijn film ‘Rotterdam Europoort’. Ik figureerde in die film. Ik heb veel super 8 films gemaakt, documentaires en speelfilms. Die heb ik aan het Stadsarchief van Rotterdam geschonken. De films zijn gedigitaliseerd en worden regelmatig gebruikt in films en tv programma’s, zoals onlangs in ‘Andere Tijden’ over agressie tegen de Roze Zaterdag in Amersfoort. En in de film ‘Een monument van trots’ over het 30-jarig bestaan van het homomonument.” “Na mijn opleiding op de Sociale Academie, heb ik tot mijn pensioen als cultureel werker vele kunstprojecten uitgevoerd. De laatste twintig jaar bij de gemeente Vlaardingen in de Stadsgehoorzaal. Ik werk nu nog steeds als acteur, toneelschrijver en filmmaker. En ik ben ook vrijwilliger bij de Roze Salon van Humanitas. Stilzitten is niets voor mij!”

Piet Gamelkoorn

“Ik heb een opleiding als scheepstimmerman gehad en heb zeven jaar in Bolnes bij een scheepswerf gewerkt. In die periode ben een maand uitgeleend aan de RDM voor de afbouw van de ss Rotterdam. Daarna ben ik nog twee jaar matroos geweest en vervolgens heb ik dertien jaar schepen ingeklaard als douane ambtenaar. Ik kende door mijn werk veel horecazaken en had ook bijbaantjes. Ik 1978 ben ik met mijn vriend een sauna begonnen. Dat ging niet goed, maar in de jaren tachtig stond disco Gay Palace op een gegeven moment te koop. Het was binnen twee weken rond om daar met een compagnon der zaak weer te openen. Ik heb Gay Palace tien jaar gehad. Zo rond 1995 liep het niet goed in café Keerweer en heb ik ook die zaak tien jaar gedaan. Als vrijwilliger heb ik bij de GGD gewerkt. Van de gemeente Rotterdam heb ik de Erasmusspeld gekregen, vanwege mijn verdiensten voor de homogemeenschap. Ik woon nu in Velp maar komt nog wekelijks in Rotterdam en voel me heel betrokken bij deze stad.”

Hans Becker

“Ik ben een geboren Rotterdammer waar ik ook economie gestudeerde. Na een wetenschappelijke carrière werd ik algemeen directeur van Humanitas en heb die organisatie groot gemaakt; begonnen met 1200 werknemers en geëindigd met 3600. We hebben met onze eigen woningbouwcorporatie ook voor zo’n 400 miljoen aan nieuwe gebouwen gerealiseerd. Mijn grootste prestatie is de ontwikkeling van een ander zorgmodel, met een Ja-cultuur gericht op geluk en activiteit en met een mix van jong en oud, rijk en arm, allochtoon en autochtoon en uiteraard ook hetero en homo. Zelf multicultureel ingesteld, met vele multiculturele vrienden en een Marokkaanse pleegzoon, heb ik Humanitas ‘vermulticultiraliseerd’ en is meer dan 40 procent allochtoon.” “Nu, op mijn 75ste, ben ik een eigen Residence in Rozenburg begonnen, weer een andere stap, vooral in de kleinschalige sfeer. Ik mag wel zeggen dat ik op zorggebied veel bereikt heb. Mijn zorgmodel wordt, met kleine stapjes, nationaal een internationaal gevolgd en ik ben o.a. beloond met de Van Borselenpenning van Rotterdam, de Gouden Lis van de Provincie en nationaal onderscheiden als Officier in de Orde van Oranje Nassau. Rotterdam past mij, een stad van doen en niet teveel zeuren. ‘Niet lullen maar poetsen’, zoals ik tegen Koningin Beatrix zei toen ze Humanitas-Bergweg opende.”

Hayo Boerema

“Ik heb altijd een passie voor het orgel gehad en ben er niet van weg te slaan. Op mijn achtste speelde ik al en op mijn achttiende ging ik naar het conservatorium in Den Haag. Ik kreeg les van de organist van de Laurenskerk. Toen hij stopte als organist, werd ik in 2005 zijn opvolger. Het is geweldig om daar te spelen.” “De Laurenskerk is een prachtig gebouw en er is heel veel animo voor concerten in de kerk. Ik speel drie diensten op zondag en zo’n twintig concerten per jaar en ik geef ook nog les aan het Rotterdams conservatorium Codarts. Een hoogtepunt was de uitreiking van de Erasmusprijs in de kerk. Dat gebeurt meestal in Amsterdam maar in 2008 vond het in de Laurenskerk plaats. Ik speelde toen een stuk met koor en slagwerk, op een tekst van Erasmus. Koningin Beatrix was er ook bij. Als het aan mij ligt, worden de orgels in de kerk nog beter en groter.” “Ik hoop dat Rotterdam de orgelstad van Nederland wordt. Rotterdam is een geweldige stad, die mensen aantrekt die durven te experimenteren. Er is een prettig soort machocultuur: ‘we willen groot zijn’ en ‘dat gaan we doen’. Er is altijd vernieuwing.”

Pex Langenberg

Pex Langenberg is geboren in Den Haag en woont in Rotterdam. Hij studeerde politieke wetenschappen in Leiden. Na een aantal jaren werkzaam te zijn geweest bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken was hij acht jaar gemeenteraadslid voor D66 en Leiden en van 1994 tot 1998 ook wethouder Verkeer, Cultuur en Bestuurlijke Vernieuwing. Na verschillende andere werkzaamheden, onder meer bij de gemeente Amsterdam, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, werd hij in 2014 wethouder Mobiliteit, Duurzaamheid en Cultuur in Rotterdam. Als mooiste plekje in de stad noemt hij het nieuwe Centraal Station: “Nationaal en internationaal heeft Rotterdam met haar nieuwe Centraal Station veel opzien gebaard. Een nieuw icoon voor de stad en een prachtig voorbeeld van hoe Rotterdam zichzelf neerzet als een stad die durft, waar nieuwe ideeën ontstaan en vooral ook tot stand worden gebracht.”

Joke Ellenkamp

“Ik ben in 1988 in Rotterdam komen wonen. Ik heb hier van 1994 tot 2000 in de gemeenteraad gezeten en behartigde onder meer de belangen van homoseksuelen. Ik had daardoor vaak contact met het COC. Ik vind het belangrijk dat iedereen zich prettig kan voelen in de stad. Als zichtbare persoon heb ik altijd laten merken dat het goed was om je geaardheid te volgen. Zo kende ik een man die getrouwd was, maar zich eigenlijk graag in vrouwenkleren wilde kleden. Ik zei tegen hem dat het goed was. Op die manier kon ik een rol spelen. Ik ben ook homo-ambassadeur geweest, bezocht scholen en had gesprekken met schooldirecteuren. Dat is nog steeds nodig. Aan de ene kant wordt homoseksualiteit meer gerespecteerd, maar je merkt dat er nog steeds angst bestaat om uit de kast te komen en te merken wat ouders er van vinden.”

Mark Harbers

“Ik ben hier op mijn achttiende naar Rotterdam gekomen om economie te studeren. In mijn studententijd was ik al actief voor de VVD in de deelgemeente Kralingen-Crooswijk. In 2002 kwam ik in de gemeenteraad. Dat was een bijzondere tijd, waarin er veel begon te veranderen. Ik 2007 werd ik wethouder Haven en Milieu en daarna heb ik de stap gezet richting de Tweede kamer. Rond 2010 wilden we in Rotterdam een extra slag maken met homo-emancipatie en stelden we homo-ambassadeurs in. We gingen op bezoek bij scholen. Dat was vaak een eyeopener. Ik heb het vier jaar gedaan en tientallen scholen bezocht. Je probeert een rolmodel te zijn en te laten zien dat je als homo ook lid van de gemeenteraad of Tweede Kamer kunt worden. Ik ben geen woordvoerder voor homoseksualiteit, maar probeer mijn kennis wel door te geven aan mijn collega’s en vertel hoe bepaalde zaken in de gemeenschap leven. Maar meestal ben ik gewoon met de dagelijkse dingen bezig en niet met het homo zijn.”

Art-Jan de Vries

“Ik ben in Delft geboren en op mijn zestiende vanuit Friesland naar Rotterdam gekomen. Dat was een vlucht naar de grote stad. Rotterdam was overwhelming, je kan hier heel anoniem zijn terwijl ik een vrij bekrompen omgeving was gewend. Na de HAVO heb ik later de Toneelschool in Amsterdam gevolgd. Ik maak nu theater en presenteer bij festivals en bedrijfsfeesten. Daarnaast heb ik een eigen soloprogramma, waarbij ik een thema kies waarmee ik mensen probeer te raken. Ik voel me inmiddels een echte Rotterdammer. Dat komt vooral door de mentaliteit, de sfeer van iets opbouwen met elkaar. Het was in het begin, toen ik net in Rotterdam woonde, moeilijk om er in te komen. In Amsterdam was gemakkelijker contact te leggen, maar ik merk dat mijn Rotterdamse vriendschappen veel meer zijn blijven bestaan. Ik ben er trots op dat ik me hier nu helemaal heb gevestigd en me tot Rotterdammer heb ontwikkeld. Dat ook anderen nu tegen me zeggen: jij hoort hier.”