NRC GEBOUW

 

 

Het bestaan van NRC is te danken aan Henricus (Hendrik) Nijgh. Nijgh wordt in 1815 geboren en groeit op in een Rotterdam dat zich in de negentiende eeuw snel ontwikkelt en uitbreidt. Een stad die alle kansen biedt aan ondernemende Rotterdammers zoals Nijgh.

 

 

Nijgh opent in 1837 een boekhandel. In 1843 richt hij het Rotterdamsch Staats, Handels-, Nieuws- en Advertentieblad op, dat in januari 1844 de naam Nieuwe Rotterdamsche Courant krijgt. Om advertenties voor zijn krant te werven, start hij twee jaar later ook een advertentiebureau. Dat bureau ontwerpt en plaatst advertenties voor haar klanten en blijkt zeer efficiënt.

In 1864 begint Nijgh samen te werken met Willem van Ditmar. De compagnons starten in 1870 al weer een nieuw bedrijf: de uitgeverij Nijgh & Ditmar, gevestigd in een pand aan de Wijnhaven. Nijgh bevindt zich op het hoogtepunt van zijn ondernemingen. Ze zijn uiteindelijk allemaal succesvol, al heeft het toch tien jaar geduurd voor de NRC winst begon te maken. De stad breidt zich intussen verder uit en de polder Cool, een voormalige ambachtsheerlijkheid die sinds 1816 in bezit is van Rotterdam, wordt bebouwd. Nijgh ziet kansen om zijn NRC, dan gevestigd aan de Grote Markt, in de nieuwe wijk te vestigen. In 1871 stelt de gemeente de naam vast voor een brede en centraal gelegen straat in de nieuw te bouwen wijk: de Witte de Withstraat. En daar zal het nieuwe NRC gebouw verrijzen.

Een nieuw en modern gebouw

De architecten J.C. Bellingwout en J.M. van Binsbergen krijgen de opdracht om het gebouw te ontwerpen. De twee architecten werken sinds 1857 samen met hun firma ‘Van Binsbergen en Bellingwout’, werkzaam in de branche ‘architect, timmerman en van den handel die daartoe behoort’. Niet de bekendste architecten die in Rotterdam werkzaam zijn geweest, maar in deze periode zijn ze zeer actief in de stad en bouwen ze onder meer de villa Maaslust voor bankier Rudolph Mees aan de Parklaan. Hun ontwerp voor het NRC gebouw is classicistisch in stijl en telt twee verdiepingen boven een souterrain. Het wordt in 1874 opgeleverd. Het krijgt huisnummer 63 in de straat.

Dat de Witte de Withstraat een straat van aanzien is, blijkt onder meer uit andere bouwwerken die er worden uitgevoerd zoals een HBS, en de tramlijn die er eind negentiende eeuw doorheen voert.

Op het dak van het NRC gebouw staat een markant huisje, dat vanaf de bouw heeft gefunctioneerd als duiventil. Postduiven schijnen een liefhebberij te zijn geweest van Nijgh. Ook het eerdere gebouw van de NRC aan de Grote Markt beschikte over een duivenzolder. De duiventil wordt echter overbodig als de NRC over een telegraaflijn gaat beschikken. Dat is niet de enige modernisering, want de NRC beschikt onder meer over een stoomlift die 1000 kilo papier tegelijk uit het souterrain naar de drukkerij kan brengen. Ook is er een elektrisch belsysteem en kan met spreekbuizen gemakkelijk worden gecommuniceerd tussen de verschillende afdelingen van de krant. Drie jaar na het in gebruik nemen van het gebouw wordt er een zeer moderne Koening & amp Bauer rotatiepers geplaatst. Vanuit een koetshuis aan de Eendrachtsstraat beschikt de krant over een eigen postwagendienst.

NRC in de 20 e eeuw

Ook na de dood van Nijgh, in 1895, blijft de NRC een moderne kwaliteitskrant. In 1900 wordt een nieuwe pers gekocht, ditmaal een Goss die weer tientallen jaren de dagelijkse kranten zal drukken. Hendricus Nijgh junior neemt de leiding van het bedrijf over van zijn vader. In 1933 poseert hij trots naast de drukpers in het gebouw.

De NRC blijft bij het bombardement van 14 mei 1940 net buiten de brandgrens. Het deel van de Witte de Withstraat bij de Hartmansstraat tot aan de Schiedamsedijk gaat verloren. Ook aan de achterzijde van het gebouw, de huidige Westblaak, slaat de verwoesting toe.

Tijdens de oorlogsjaren moet de krant voldoen aan de regels van de Duitse bezetters, de zogenaamde Gleichschaltung of gelijkschakeling. Na de Bevrijding komt de NRC vanaf juli 1945 daarom enige tijd uit onder de naam Nationale Rotterdamsche Courant, maar in 1947 mag de oude naam weer worden gevoerd en verdwijnt als gevolg van nieuwe spellingsregels ook de ‘ch’ uit de naam. De NRC wordt in 1948 als eerste Nederlandse krant een beursgenoteerd bedrijf.

Het in 1940 gebombardeerde deel van de Witte de Withstraat wordt tijdens de wederopbouw in de jaren vijftig weer gevuld met nieuwe kantoorpanden. Zoals onder meer het gebouw van de firma Blikman & Sartorius. De NRC verschijnt officieel voor het laatst op 1 oktober 1970. Dat jaar komt er een fusie tot stand met het Algemeen Handelsblad, waarmee al sinds 1964 is samengewerkt binnen de Nederlandse Dagblad Unie. In Rotterdam komt de nieuwe krant uit als NRC Handelsblad met een nieuwspagina over Rotterdam, in Amsterdam als Handelsblad NRC met een nieuwspagina over Amsterdam. De krant maakt deel uit van de Nederlandse Dagblad Unie, tot dit concern in 1995 wordt overgenomen door PCM Uitgevers. In 2009 neemt De Persgroep PCM over. In 2012 verhuist de NRC geheel naar Amsterdam.

Nijgh & Vamp Van Ditmar

Ook een ander bedrijf van Hendricus Nijgh bestaat nog steeds, al is daar evenmin meer een band met zijn familie. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar geeft al bijna anderhalve eeuw werk van belangrijke schrijvers uit, van Slauerhoff, Ferdinand Bordewijk en Simon Vestdijk tot moderne auteurs als Ernest van der Kwast, Ronald Giphart en Bart Chabot. Waar het NRC gebouw in mei 1940 aan de gevolgen van het bombardement ontsnapte, was dit voor de uitgeverij niet het geval. Het pand aan de Wijnhaven lag midden in het gebombardeerde centrum van de stad. De uitgeverij stond op dat moment onder leiding van twee directeuren: D. Zijlstra en J.Th. Piek. Zijlstra werd tijdens de mei-oorlog geraakt door een kogel en overleed. Piek zette de uitgeverij voort vanuit vestigingen in Den Haag en Voorburg, waarmee Nijgh & Van Ditmar niet langer in Rotterdam was gehuisvest. In 1985 kwam Nijgh & Van
Ditmar in handen van de Weekbladpers Groep, om twee jaar later te verhuizen naar Amsterdam. Er werd intussen samengewerkt met de ook uit Den Haag afkomstige uitgeverij Leopold, die zich in 1997 echter weer afsplitste om zich op jeugdliteratuur te richten. Nijgh & Van Ditmar werd vervolgens een onderdeel van Querido en is sinds 2014 eigendom van het concern Singel Uitgeverijen. Er verschijnt nog steeds literatuur onder de naam Nijgh & Van Ditmar.

NRC nu

Het gebouw in de Witte de Withstraat is al lang geleden door de NRC verlaten, want de krant neemt in de jaren zeventig geleidelijk haar intrek aan de Westblaak. Begin jaren tachtig is de verhuizing compleet. Nog later volgt een verhuizing naar de Marten Meesweg in Prins Alexanderpolder, het laatste adres in Rotterdam voor de NRC uit de stad verdwijnt.

Vanaf 2003 is het Nederlands Fotomuseum in het NRC gebouw gevestigd, maar al in 2007 verhuist dat museum naar Las Palmas aan de Wilhelminakade in Rotterdam-Zuid. NRC heeft nu een andere betekenis gekregen: Nieuw Rotterdams Café. Het gebouw is een gemeentelijk monument en huisvest behalve het café ook een aantal culturele instellingen zoals WORM, Scapino, V2 en het Centrum Beeldende Kunst.